Historie
Thuis bij de boswachter
Vroeger kwamen pelgrims op weg naar België hier koffie en limonade drinken. In 1913 kocht de nog jonge Vereniging Natuurmonumenten de Oisterwijkse Bossen en Vennen aan. Een projectontwikkelaar die het gebied nét in bezit had en er villa’s wilde bouwen, werd door de gemeente min of meer gedwongen de grond aan Natuurmonumenten door te verkopen.
Met de aankoop van de Oisterwijkse Bossen en Vennen in 1913 stelde Natuurmonumenten de eerste boswachter van het natuurgebied aan, Jan Pijnenburg. Voor hem en zijn gezin werd aan de Bosweg, naast een oude boerderij, een boswachterswoning gebouwd. Omdat hij maar een dienstverband van 80% kreeg, mocht zijn vrouw als nevenverdienste vanuit de voorkamer van het huis limonade, koffie en thee verkopen aan gasten. Dat waren voornamelijk natuurliefhebbers, wandelaars en pelgrims op weg naar het Belgische bedevaartsoord Scherpenheuvel. Nu strijken fietsers en wandelaars neer in de voormalige voorkamer of op het terras voor het huisbier Blonde Kraai of 1 van de andere vijftig biersoorten. En op zondag staan er in rijen paarden of koetsjes langs het pad geparkeerd. Ten tijde van de boswachter en lang daarna werd er geen alcohol geschonken. Nu kunnen de gasten kiezen uit vele biersoorten en andere specialiteiten. Het gezin zelf woonde in het achterste deel van het huis. Mede oprichter van Natuurmonumenten, Jac. P. Thijsse, ook bekend als schrijver van de Verkade Albums over natuur in Nederland, verzon de naam Boshuis Venkraai. Deze volksnaam voor de zwarte stern, verwees naar de vogel die toen nog op de vennen broedde.
De boswachterswoning mag dan ook gerekend worden onder cultuurhistorisch erfgoed; het is tevens een gemeentelijk monument.